introductie

 As ydureen maar sau sgreifu soastie selluf wau, da sou kommenekaasi errug moeluk wordu.

Waarschijnlijk heb je bovenstaande zin twee of drie keer moeten lezen, voordat je hem begreep.
Je zou het kunnen vergelijken met dialecten en Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN).
Als we op school geen ABN zouden leren, zouden we Groningers, Friezen en Limburgers nooit
kunnen verstaan. ABN levert dus een bijdrage aan goede communicatiemogelijkheden, en dat
doet de spelling ook.

Als je een sollicitatiebrief vol spelfouten schrijft, is de kans klein, dat je die baan krijgt. Mensen
zijn namelijk snel geneigd te denken: "Als iemand de spellingsregels al niet beheerst, dan zal hij
ook wel problemen hebben met ander werk. Die hoeven we niet." Ofwel: ze vinden je gewoon dom.

Een uitzondering moeten we natuurlijk maken voor mensen met dyslexie. Zij kunnen sommige
spelfouten niet voorkomen. Maar: ook dyslectici kunnen regels leren. Dus: luek (leuk) mogen ze
fout schrijven, maar monniken niet (moniken rekenen we goed, monikken niet).

Misschien denk je: "Dat spellen heb ik helemaal niet nodig. Ik maak vrijwel nooit fouten. Bij mij zit dat wel goed."

Dat is snel gezegd. Als je inderdaad zo denkt, heb je natuurlijk helemaal geen bezwaar tegen de volgende test, al kan die je ego wel een behoorlijke deuk geven!

 

                  

Maak de toets (die is gemaakt door een leerling uit 2 gymnasium!)

 

Wil je de uitleg liever op papier, klik dan hier.