hoofdletters
We schrijven een hoofdletter: 1. Aan het begin van een zin, maar als deze begint met 's, 't, 'k of 'n, begint het volgende woord met de hoofdletter.
Voorbeelden: Als de zin begint met een getal, begint het volgende woord met de hoofdletter. Voorbeelden:
2. Bij eigennamen of bij van een eigennaam afgeleide woorden
Voorbeelden:
3. Namen van talen, kranten, tijdschriften, schilderijen, titels van boeken
Voorbeelden: Heere Heeresma schreef Een dagje naar het strand
4. Na een dubbele punt, als iemand begint te spreken (directe rede) Voorbeeld:
5. Na een briefaanhef (ondanks de komma!) Voorbeeld:
Zoals u in uw laatste brief schreef, …
Probleemgevallen: namen van dagen en maanden schrijf je met een kleine letter meneer Jan de Vries maar meneer De Vries mevrouw I. van de Bak maar mevrouw Van de Bak
|
|
![]() |
|
|
|
![]() |
|