passief / actief


Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Als je moet weten of een zin actief of passief is, kan dat op twee manieren: via de VORM of via de BETEKENIS.

VORMkenmerken PASSIEVE zin:
1. er moet het werkwoord WORDEN (onvoltooide tijd) of ZIJN (voltooide tijd) in staan.
2. er moet altijd een zelfstandig werkwoord in staan.
3. er moet een DOOR-bepaling in staan, of je moet die kunnen aanvullen.
4. als je de zin actief maakt, moet de DOOR-bepaling onderwerp worden.
5. het gezegde kan alleen maar WERKWOORDELIJK zijn.

Voorbeeld: De muur wordt geverfd (onvoltooid) of: De muur is geverfd (voltooid).
1. er staat een vorm van of in.
2. VERVEN is een werkwoord.
3. er staat geen in, maar je kunt die wel aanvullen: Door de schilder.
4. in de zin wordt de DOOR-bepaling : De schilder verft de muur.
5. het gezegde is .


BETEKENISkenmerken:
Het onderwerp van een ACTIEVE zin is altijd BEZIG (GEWEEST) iets te doen, al moet je dat niet altijd letterlijk opvatten.
Voorbeeld 1: Hij maakt zijn huiswerk: IS BEZIG met het maken van zijn huiswerk.
Voorbeeld 2: Het regent de hele dag: IS BEZIG te regenen.
Voorbeeld 3: Zij heeft hem een kus gegeven: IS BEZIG GEWEEST hem een kus te geven.
Voorbeeld 4: De muis viel in het gat: WAS BEZIG is het gat te vallen.
Voorbeeld 5: Zij wordt later dokter. IS BEZIG later dokter te worden.

Het onderwerp van een PASSIEVE zin DOET NIETS, maar een ANDER doet iets met het onderwerp.
Voorbeeld 1: De muur wordt geverfd: DOET NIETS, maar een ander: de schilder.
Voorbeeld 2: Zij werd ontslagen: DEED NIETS, maar een ander: haar baas.
Voorbeeld 3: De boeven werden betrapt: DEDEN NIETS, maar anderen: de betrappers.
Voorbeeld 4: Het ijs werd ontdooid: DEED NIETS, maar iets anders: de hitte.

Voorbeeld 5: Hij wordt suf: DOET NIETS, maar iets anders: de slaap, de hitte, enzovoorts.
PAS OP: Dit LIJKT goed, maar IS het niet!! Hij doet namelijk wel degelijk iets, namelijk: SUF WORDEN.
Hij IS BEZIG suf te worden. En met dat DOOR de slaap wordt VANWEGE de slaap bedoeld.
Bovendien is het een NAAMwoordelijk gezegde, en dat kan in een PASSIEVE zin niet voorkomen.


Vul bij de volgende oefenzinnen achter elke zin een P (passief) of een A (actief) in:
1. De sneeuw is van het dak gevallen.
2. Zij wil later iets met dieren gaan doen.
3. Natalie wil later liever tandarts worden.
4. De hond weigert de tak te apporteren.
5. De oorzaak van die ramp is nooit achterhaald.
6. Hun hond is gisteren naar het asiel gebracht.
7. Ze waren daar heel verdrietig over.
8. Ze hadden echter weinig keus. .
9. Jeroen is zijn schrift kwijtgeraakt.
10. Carmen moest haar koptelefoon afdoen.

11. Omdat het had gesneeuwd , werd er op alle wegen gestrooid.
12. Als de eerste helft actief is , kan de tweede helft best passief worden.
13. Als de eerste helft passief is , kan de tweede helft actief worden gemaakt.
14. Als de tweede helft actief is , kun je de eerste helft ook actief maken.
15. Als de tweede helft passief is , wordt de eerste helft niet vanzelf ook passief.
16. Zij is lui geworden door zijn toewijding , maar hij wordt door die constatering bedroefd.
17. Door de werklui wordt hard gewerkt , omdat hun baas staat toe te kijken.
18. En omdat zij door hun baas worden bekeken , durven zij niet te lanterfanten.
19. Als de kat van huis is , dansen de muizen op tafel.
20. Als het kalf verdronken is , dempt men de put.
21. Maar als het kalf door de buurman verdronken wordt , schreeuwt men moord en brand.
22. Een vos verliest wel zijn haren , maar niet zijn streken.
23. "Dat muisje zal nog wel een staartje krijgen ," hoor je soms wel eens zeggen.
24. Wie zijn billen brandt , moet op de blaren zitten.
25. Waar rook is , moet vuur zijn.
26. Morgenrood geeft regen in de sloot , wordt door een bekend gezegde voorspeld.
27. Nadat Araci Magiër gelezen had , werd ze niet zo enthousiast als haar docent verwachtte.
28. Jongens blijken fantasy meer op prijs te stellen , romantiek wordt meer door meisjes gewaardeerd.
29. Toch zijn er ook veel meisjes , die verrukt zijn over dat prachtige boek Magiër.
30. Dat smaken verschillen , zal wel de oorzaak zijn van dit verschil.