meewerkend voorwerpszin

Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Dat is niet altijd even duidelijk. DAT = onderwerp
Wat je hiervan leert, is niet altijd even duidelijk. WAT JE HIERVAN LEERT = onderwerpszin

Omdat je DAT en WAT JE HIERVAN LEERT door elkaar kunt , hebben ze ook dezelfde functie, namelijk die van .

je dus in een zin het voorwerp door een zin, dan is dat een meewerkend voorwerpszin.

Haar geef ik geen antwoord. HAAR =
Wie geen vraag heeft gesteld, geef ik geen antwoord. = meewerkend voorwerpszin

Ik heb dat laten zien aan wie er maar belangstelling voor toonde. = meewerkend voorwerpszin

Nu moet je van de volgende zinnen aangeven of er een meewerkend voorwerpszin in voorkomt of niet. Vul JA of NEE in.
Vul in elke zin het eerste woord van de bijzin in (voegwoorden tellen niet mee). Is er geen bijzin, dan vul je XXX in.

Ik heb dat laten zien aan iedere man die er maar belangstelling voor toonde.
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

Wie het me gevraagd heeft, is me ontschoten.
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

Weet jij nog aan wie je dat hebt gevraagd?
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

Is het bekend aan wie dat allemaal is verteld?
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

Wie er op dat moment aanwezig was, heb ik het verteld.
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

Ik heb dat in het oor gefluisterd bij wie er toen naast me zat.
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord:

De politie toonde de foto aan wie bij het ongeluk betrokken was.
Meewerkend voorwerpszin JA of NEE Eerste woord: