Op het soms zo zegenrijke Twitter kreeg ik van de week een foto onder ogen; huiswerk- opgaven voor groep 8 van een anonieme basisschool. 'Mijn broer is veel beter dan mij, maar hij oefent ook veel vaker', stond er. 'Ik hoop dat ik ooit net zo goed wordt als hem, maar het zou mij verbazen. Als ik me op alle onderdelen verbeter ben ik nog niet zo goed als hem.' Zo ging het nog een tijdje door. 'Kijk, wat leerzaam', dacht ik nog. 'De kinde- ren moeten daar de fouten uithalen, en zo le- ren ze alert te zijn op vaak gemaakte vergis- singen.' Maar dat was niet zo. De enige op- dracht was 'onderstreep alle persoonlijk voor- naamwoorden'. De fouten waren dus niet met opzet gemaakt, maar per ongeluk, door de leerkracht. Ik liet het aanstootgevende document nog- maals los op Twitter, vergezeld van een paar milde krachttermen en zette het op een han- denwringend ijsberen. Waar moet dat heen, als onze kinderen leren schrijven van mensen die het zelf niet behoorlijk kunnen? Op zo'n gevoelige leeftijd beklijft zowat alles wat de juf of meester doet voor het leven. Toen ik zelf 12 was, kon ik foutloos schrijven en mijn klasgenootjes ook. Wie het niet kon, bleef zitten, net zo lang tot hij het wél kon. Wie spel- of grammaticafouten maakte, was niet dom, maar gewoon lui. Er is ook niets moeilijks aan; de d-dt-regel, het kofschip, de spelling van 'onmiddellijk' of 'perziken', je kunt het een matig begaafde aap nog leren.
Zachtjes jammerend
liet ik het op me inwerken
Inmiddels barstte de commotie los op Twitter. Sommigen waren boos over de kwaliteit van ons onderwijs, anderen waren boos om-dat ik 'hardwerkende onderwijzers' aan de'schandpaal had genageld'. 'Wat een goedkope verontwaardiging', schreef iemand. 'Juf op de basisschool die foutjes maakt die alleen volwassenen opvallen.'
Deze reactie bleek, even later, van een leraar Nederlands, op een havo/vwo. In de bóven- bouw. Zachtjes jammerend liet ik dat op me inwerken, terwijl mijn twittertijdlijn vol- stroomde met andere ijselijke voorbeelden van taalverloedering op scholen. 'Je moet niet zo zeuren, taalnazi', zei een vriend van mij die hinderlijk links is, maar verder een aardige jongen. 'Netjes schrijven is voor de elite.' Ik dacht er even over na. Is fout- loos schrijven elitair? Nee, want ook de kinde- ren van de 'elite' kunnen vaak niet meer spel- len. Bovendien is basisonderwijs in Neder- land verplicht en gratis. leder kind, van welke afkomst of gezindte ook, hoort op zijn twaalfde de regels te kennen en toe te passen. 'Een leerkracht die betrokken en enthou- siast is, dát is pas belangrijk', zei mijn vriend vervolgens. Natuurlijk, héél belangrijk. Maar waar ligt de grens? Leren onze kinderen '1+1=3', dan storten over 30 jaar alle gebouwen in, want in de architectuur is zo'n 'foutje' fa- taal. Voor taal zou best eens iets dergelijks kun- nen gelden. Taal is het vervoermiddel van rede en verstand. Wat gebeurt er als we ons op schrift niet meer behoorlijk kunnen uitdruk- ken? Rest ons, wat betreft het geschreven woord, op den duur alleen nog een soort gak- ken, loeien en brullen? Zullen wij dan niet, uit onmacht, elkaar de hersens inslaan? s.wltteman@volkskrant.nl