lijdend voorwerp
STAP 5
Het lijdend voorwerp (LV)
Stel de vraag: WIE / WAT + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
bijv. Ik heb aan Piet gisteren een poes gegeven. vraag: Wat heb ik gegeven? lijdend voorwerp: een poes
|
![]() |
PAS OP!
![]() |
Er zijn ook zinnen zonder lijdend voorwerp! bijv. De baby slaapt in het warme wiegje. |
PAS OP!
![]() |
Soms krijg je een
verkeerd antwoord als lijdend voorwerp.
|
||
bijvoorbeeld: Laura wil later heel graag advocaat worden.
Wat wil Laura worden? Controle: staat er
zijn,
worden of blijven in de
zin? |