zinsontleding 5
Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Hieronder staat een verhaal uit het boek 'Oorlog zonder vrienden' van Evert Hartman.
Zet voor elke zin welk zinsdeel in hoofdletters staat. Gebruik WG NG WWU ON LV MV BWB.
1. Arnold had HET beter niet kunnen zeggen.
2. Met de rug tegen de schoolmuur zag hij DE DRIE FORSGEBOUWDE JONGENS op zich afkomen.
3. Ze hadden een vreemde blik IN DE OGEN.
4. DIE BLIK had niets vriendelijks.
5. 'Zeg DAT nog eens!'
6. DE STEM VAN DE MIDDELSTE JONGEN sloeg over van woede.
7. Arnold keek DE JONGENS met minachting aan.
8. HIJ wilde geen vechtpartij uitlokken.
9. Ongemerkt TROK hij zijn rechtervoet OP.
10. IN GEVAL VAN NOOD kon hij zich tegen de muur afzetten.
11. Maar hij ZWEEG.
12. De blonde knaap STOND een meter van hem af.
13. Toen herhaalde hij NADRUKKELIJK: 'Zeg dat nog eens…………….., vuile NSB’er!'
14. Arnold VERSTARDE.
15. Hij ZAG de drie dreigend tegenover zich STAAN.
16. IN HUN OGEN zag hij de haat.
17. Ze hadden HEM het leven zuur gemaakt.
18. Zijn vader WAS LID VAN DE NSB.
19. Zijn ouders hielpen HEM in de strijd.
20. ZIJN KLASGENOTEN zouden dan vanzelf ophouden met plagen.
21. Een goede NSB’er MOEST ZICH volgens hen KUNNEN BEHEERSEN.
22. Hij kon zich echter NIET meer beheersen.
23. 'Jullie hebben ME wel verstaan'
24. ZIJN STEM was nauwelijks meer te horen.
25. De jongens drongen HARDNEKKIG aan.
26. We WILLEN het graag nog eens HOREN.
27. ARNOLD klemde zijn lippen opeen.
28. Hij zag zijn klasgenoten DOOR EEN WAAS.
29. ZIJN VOET rustte stevig tegen de muur.
30. Zou hij het DE JONGENS nog eens zeggen?
31. Daarna zei hij HUN het antwoord zo kalm mogelijk: '...................'
32. Arnold hoopte OP EEN GOEDE AFLOOP.
Controleren
OK