zinsontleding 4
Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Vul een G voor de zin in, als het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp in hoofdletters staan. Vul anders een X in.
1. Ter ere van de koning RICHTTE men EEN STANDBEELD op.
2. Verleden jaar BRACHTEN we ONZE VAKANTIE in Spanje DOOR.
3. Heb je DE ORCHIDEE gisteren BESPROEID?
4 Op slecht verlichte wegen MOET JE voorzichtig RIJDEN.
5 Na de ramp in België ZOND NEDERLAND een ambulance naar het gebied.
Vul een G voor de zin in, als het onderwerp en het lijdend voorwerp in hoofdletters staan. Vul anders een X in.
6. Waarom beantwoord JE DEZE BRIEF niet?
7. Al dagen lang woedt er op DE NOORDZEE EEN ZWARE STORM.
8. Waarom bind JE DE BOEKEN niet achterop je fiets?
9. EEN ENGELSE DAME werd beroofd van HAAR JUWELEN.
10. Iedere morgen ontmoet IK LINEKE op het station.
Vul een G voor de zin in, als het meewerkend voorwerp en het lijdend voorwerp in hoofdletters staan. Vul anders een X in.
11. Per brief heeft hij HAAR ZIJN ANTWOORD meegedeeld.
12. Met uitgespreide armen wachtte HIJ HAAR op.
13. Vorige week heeft moeder DE BUURVROUW EEN KOOKBOEK geleend.
14. Wanneer gaan DE LEERLINGEN op SCHOOLREIS?
15. DE COMPUTER IN DE KLAS wordt door DE LEERLINGEN vernield.
Vul een G voor de zin in, als het onderwerp en het lijdend voorwerp in hoofdletters staan. Vul anders een X in.
16. Elke zondag neemt MOEDER EEN ROL SNOEP mee naar de kerk.
17. VADER wil DE MEESTER elke avond op gebak trakteren.
18. Waarom komen DIE LEERLINGEN elke morgen met DE TREIN?
19. HET AARDIGE MEISJE geeft HAAR JONGERE BROERTJE een zoentje.
20. DE SLAGER IN DE KALVERSTRAAT heeft HEERLIJK VLEES in de reclame.
Controleren
OK