zinnen knippen of streepjes zetten


Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Zet in de lege vakjes een streepje (/) als dat er hoort te staan.
Vul anders een punt in.

1. Op de deur van elk lokaal had iemand een briefje geplakt.

2. Een leerling had ze de volgende morgen allemaal verwijderd.

3. Waarom heb je dat in hemelsnaam gedaan?

4. Ga onmiddellijk al die briefjes er weer opplakken!

5. Haal meteen bij de receptie een rol plakband.

6. De leerling ging in een sukkeldraf op weg.

7. Zoiets zou hem niet snel nogmaals overkomen.

8. Verder valt er hier weinig nieuws meer over te vertellen.

9. Waar moeten in deze zin nu de streepjes staan?

10. Het antwoord op die vraag dien je nu te weten!