Noteer in dezelfde volgorde als in de zin alle bijwoordelijke bepalingen.
Is er geen bijwoordelijke bepaling (meer), dan vul je xxx in.

1. Op de hoek van de straat hebben zij gisteren gelukkig dat ongeluk niet zien gebeuren.





2. Wanneer hebben jullie in het verleden in dat boek fouten zien staan?





3. Ongeveer driehonderd mensen hebben de aankomst van het bruidspaar bekeken.





4. Hij is de oorzaak van het uitstel van jullie vakantie.





5. Een deel van de schuld ligt natuurlijk ook bij haar.





6. Is het ontleden van deze zinnen een reële mogelijkheid?





7. Haastig verlieten de door de onverwachte brand verraste mensen het op instorten staande gebouw.





8. Leuk vonden de meesten de onverwachte afloop van de film beslist niet!





9. In het gewoel van de strijd verloor menig soldaat zijn helm wel eens een tijdje.





10. In de achtertuin van het landhuis werden later vele door de honden begraven botten gevonden.





11. In vroeger jaren werd door overwinnaars vaak in bezittingen van slachtoffers geneusd.





12. In dat boek staan op vele pagina's door jou niet verwachte fraaie foto's.





13. Had mij maar eerder voor de gevaren gewaarschuwd van die op instorten staande bouwval.





14. In deze zin moet de bijwoordelijke bepaling toch niet zo moeilijk te vinden zijn.





15. Leuk vonden de aanwezigen de beschadiging van hun kleding waarschijnlijk niet.





16. Hoe heb je in die rotzooi in 's hemelsnaam die broche terug kunnen vinden?





17. Wanneer heb je haar voor het eerst ontmoet na jullie scheiding?





18. Waarom heb je haar dat in de mediatheek wél laten zien?





19. In het donker van de bioscoop kreeg hij van haar voor het eerst een voorzichtige kus.





20. In de brugklas leer je op het Cals College in korte tijd heel veel.