bijvoeglijke bepaling 2
Klik op "Nakijken" om je antwoorden te laten controleren.
Als een antwoord goed is, wordt het vet afgedrukt.
Bepalingen moet je in dezelfde volgorde invullen als waarin ze in de zin voorkomen.
Als een zinsdeel niet (meer) voorkomt, vul je XXX in.
1. Je zult in die moeilijke situaties toch altijd alert moeten blijven.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
2. In alle omstandigheden moet een soldaat op zijn post blijven.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
3. Bij een onverwachte gebeurtenis moet een goede soldaat op zijn hoede blijven.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
4. Charles had ze het beslist niet hoeven vragen.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
5. Je moet soms iets proberen, hoewel je de slaagkans niet zo hoog inschat.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
6. Als je hem een vinger geeft, probeert hij altijd de hele hand te nemen.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
7. Als je verstandig bent, probeer je er ruim voor tijd te zijn.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
8. Zij heeft al op jonge leeftijd besloten, dat ze later notaris wil worden.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
9. In het café op de hoek is het feest, want de eigenaar wordt vijftig.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
10. Als de theorie tot je doorgedrongen is, is het ontleden van deze zin geen enorm probleem.
persoonsvorm:
onderwerp:
werkwoordelijk/naamwoordelijk (vul in: WG of NG):
gezegde:
lijdend voorwerp:
meewerkend voorwerp:
bijwoordelijke bepaling:
bijvoeglijke bepaling:
Nakijken
OK