passief en
actief
In een actieve zin voert het onderwerp de handeling uit.
In een passieve zin ondergaat het onderwerp de handeling.
In de onvoltooide tijd wordt dat:
Jan koopt een boek (actief, want Jan (onderwerp) voert het uit)
Het boek wordt door Jan gekocht (passief, want het boek (onderwerp) ondergaat het)
of dezelfde zin in de voltooide tijd:
Jan heeft een boek gekocht (actief, want Jan (onderwerp) heeft het uitgevoerd)
Het boek is door Jan gekocht (passief, want het boek (onderwerp) heeft het ondergaan)
Wat verandert er in een passieve zin?
En omgekeerd dus: wat verandert er in een actieve zin?
1. Zij is gekomen - 2. Zij is ontslagen
Qua constructie lijken deze zinnen hetzelfde, maar:
Zin 1 is actief (Zij voert het gezegde uit), zin 2 is passief (Zij ondergaat het gezegde).
1. Hij heeft iets toegevoegd - 2. Men heeft iets toegevoegd
Beide zinnen zijn actief. Laten we ze eens passief maken.
Iets is door hem toegevoegd. Dit is een grammaticaal correcte zin.
Iets is door men toegevoegd. Het woord men in deze zin is fout.
Er zijn twee alternatieven: 1.
Iets is door
iemand toegevoegd.
2. Er is iets
toegevoegd.
In het eerste geval vervang je men door net zo’n vaag woord: iemand.
In het tweede geval laat je het onderwerp verdwijnen. Het resultaat is net zo vaag.
Een handeling kun je ondergaan. In dat geval spreek je van een passieve zin.
Als er geen handeling is (zoals bij een naamwoordelijk gezegde), kun je de zin dus niet passief maken.