bijvoeglijke bepaling


Vul de ontbrekende woorden in en klik daarna op Controleren om te zien of je antwoorden kloppen.
Je kunt deze oefening alleen maken, als je het bijvoeglijk naamwoord en de bijvoeglijke bepaling goed kent.


Een bijvoeglijke bepaling heeft eigenschappen als een bijvoeglijk .

Ze staat namelijk ook altijd bij een naamwoord, en bovendien zegt ze daar iets van.

Er zijn echter wel belangrijke verschillen:

1. een bijvoeglijke bepaling kan uit woorden bestaan

2. een bijvoeglijke bepaling kan ook het naamwoord staan

Je vindt een bijvoeglijke (net als een bijvoeglijk ) door bij elk naamwoord de vraag te stellen.


Een voorbeeldzin: Ik heb voor mijn verjaardag dit spannende boek gekregen.

Welke verjaardag? .

Welk boek? Je kunt nu twee antwoorden geven: en .

Deze twee woorden zijn dus allebei een bijvoeglijke bepaling bij BOEK..


Als je een zin gaat ontleden, zet je altijd eerst . Een bepaling moet ALTIJD tussen dezelfde streepjes staan als het bijbehorende zelfstandig naamwoord.


Vul nu de bijvoeglijke bepalingen in uit de volgende zin, in dezelfde volgorde als ze in de zin voorkomen..

Het huis van onze buren is pas verbouwd door hun eigen aannemer.

Bijvoeglijke bepalingen: - - -